Waarom zweet je?

Ontdek het verkoelende effect van zweet.
Het is warm en je zweet. Waarom doe je dat eigenlijk?
Zweten maar watjes 4

Opgelet!

Vraag steeds hulp aan een volwassene.

Wat heb je nodig?

  • Watje
  • Alcohol
  • Je arm
Zweten maar watjes 3

Aan de slag!

Stap 1: Maak één van je onderarmen bloot.

Stap 2: Doe het flesje alcohol open.

Stap 3: Duw het watje tegen de nek van het flesje, zodat het flesje goed afgesloten is. Hou het stevig op zijn plaats met je duim.

Stap 4: Hou het flesje schuin tot de alcohol bij het watje komt. Laat een beetje alcohol in het watje trekken. Zorg dat je niet morst.

Stap 5: Doe het flesje weer dicht.

Stap 6: Wrijf met het watje over één van je onderarmen, zodat er een plekje nat wordt.

Stap 7: Als je blaast over dat plekje, wat zou je dan voelen? Probeer het uit.

Wat gebeurt er?

Je arm wordt koud.

Hoe zit dat?

Als een vloeistof zoals alcohol verdampt, is daar warmte voor nodig. Die haalt de vloeistof uit haar omgeving. In dit geval uit de beste warmtebron in de buurt: je arm. Doordat het warmte uit je arm onttrekt, koelt die af.

Als jouw zweet verdampt, koel je ook af. Zweet is het koelmiddel van je lichaam! Al bestaat ons zweet natuurlijk niet uit alcohol, maar vooral uit water. Omdat water echter veel trager verdampt en je het effect minder snel merkt, doen we dit proefje met alcohol.

STEK robot

Waar kom je dat nog tegen?

Wist je dat ook robots kunnen zweten?

Onderzoek(st)ers die een robothand van rubber maakten, waren bang dat die zou oververhitten. Ze gingen op zoek naar een oplossing en kregen een slim idee: Als mensen zweten om af te koelen, moet een robot dat toch ook kunnen?”. 

Ze voegden dus wat vloeistof en kleine buisjes toe aan de robothand. Als de temperatuur stijgt, openen de buisjes en druppelt de vloeistof naar het oppervlak. Daar verdampt die en de robot koelt af. Probleem opgelost!

Wetenschap en techniek:
1.1 De leerlingen kunnen gericht waarnemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze noteren.
1.2 De leerlingen kunnen, onder begeleiding, minstens één natuurlijk verschijnsel dat ze waarnemen via een eenvoudig onderzoek toetsen aan een hypothese.
1.15 De leerlingen kunnen illustreren dat een stof van toestand kan veranderen.
2.5 De leerlingen kunnen illustreren dat technische systemen evolueren en verbeteren.
2.6 De leerlingen kunnen illustreren hoe technische systemen onder meer gebaseerd zijn op kennis over eigenschappen van materialen of over natuurlijke verschijnselen.