Waarom kan jij niet tegen kietelen?

De wetenschap achter kietelen
De ene krijgt er de slappe lach van. De andere vindt het vervelend. Maar één ding hebben we gemeen: niemand wordt echt graag gekieteld. Hoe komt dat? Welke plekjes zijn extra kietel-gevoelig? En waarom lachen we eigenlijk als het ons stoort?
Tickle

Eerst en vooral: er zijn twee soorten van kietelen, en dus zijn er ook twee manieren waarop we reageren. Op het einde van de 19de eeuw beschreven de psychologen Granville Stanley Hall en Arthur Allin de termen knismesis’ en gargalesis’: het eerste verwijst naar licht kriebelen, wat eerder jeuk dan gelach opwekt. Het tweede verwijst naar harder, herhaaldelijk gekietel dat ons doet lachen.

Opgepast, gekriebel!

Zacht gekriebel — knismesis — geeft je kippenvel, jeuk en een ongemakkelijk gevoel. Je moet er ook meestal niet door lachen. Dit gevoel heeft echter een evolutionair voordeel. Dankzij dit waarschuwingssignaal voel je dat er iets op je beweegt dat je best wegwrijft. Denk maar aan een insect dat over je arm trippelt. 

Kietelen is liefde vragen

Er is ook het stop-ermee-ik-lach-me-kapot kietelen, ofwel gargalesis. Dan wordt er herhaaldelijk en tamelijk hard over je huid gewreven’. Wetenschappers onderzochten de effecten van kietelen op de hersenen en concludeerden dat het verschillende gebieden activeert, waaronder de cortex cingularis anterior. Deze staat in voor de verwerking van pijn, maar stimulatie ervan doet ons ook lachen. We lachen dus niet per se omdat we het fijn vinden.

Gargalesis heeft eveneens een sociaal aspect: tussen ouders en kind helpt het gekietel om zich te binden, en later brengt het partners dichter bij elkaar.

Extra kietel-gevoelig

Niet alle plekken van je lijf zijn even gevoelig voor kietelen. De meest gevoelige plekjes zijn onder meer je oksels, hals, buik en — oh, horror — je voeten. Dit zijn ook erg kwetsbare gebieden op je lichaam, met veel zenuwuiteinden die dicht tegen het huidoppervlak liggen. Dat we dus lachen, ons wegtrekken en soms zelfs slaan wanneer we daar gekieteld worden, is heel logisch: we willen ons gewoon beschermen.

Hack tegen kietelen

Eén van de redenen waarom we zo ticklish zijn, is omdat we verrast worden door het gekriebel. Daardoor schieten we in een verdedigingsmodus. Dat is meteen ook de reden waarom we onszelf niet kunnen kietelen: onze hersenen registreren onze kietel-plannen nog voor we ze uitvoeren. De béste manier om ons te beschermen tegen kietelen, is ons er dus op voorbereiden. Makkelijker gezegd dan gedaan, want je weet natuurlijk niet hoe de hand van de kietelaar zich zal bewegen. De oplossing? Leg jouw hand erop, zodat jouw hersenen de bewegingen op tijd registreren. Weg verrassing en dus ook weg giechelend afweermechanisme.