‘Floater’ of ‘sinker’? Wetenschap weet wat drollen doet drijven

Een goede 10 procent van de mensen dropt een drol die blijft drijven in het toilet – een zogenaamde ​’floater’. De rest ziet z’n stoelgang meteen naar de bodem zinken – een ​‘sinker’. En nu weten we waardoor dat komt: experimenten met muizen bewezen dat het ligt aan gasproducerende bacteriën in de darmen.

Het gasgehalte

Tot de jaren ​’70 dachten wetenschappers dat de hoeveelheid vet in uitwerpselen ervoor zorgde dat ze zonken of dreven. In 1972 maakten Michael Levitt en William Duane, artsen aan de Universiteit van Minnesota, echter komaf met dat idee.

Het duo verzamelden de ​‘drijvers’ van een tiental mensen en ontdekten dat die allemaal zonken wanneer het gas erin werd verwijderd. Zélfs als de drol een hoog vetgehalte had, zonk hij alsnog. Besluit: het drijfvermogen had niets met het vetgehalte, maar wél met het gasgehalte van de stoelgang te maken.

De darmbacteriën

Volgens Levitt en Duane waren de darmbacteriën in de uitwerpselen verantwoordelijk voor het gasgehalte. Er wordt immers veel gas geproduceerd door bacteriën die voedsel fermenteren in de dikke darm.

Nu — een goede vijftig jaar later — wordt dit vermoeden bevestigd door Nagarajan Kannan, onderzoeker aan de Mayo Clinic in Minnesota, en zijn collega’s. Ze stelden namelijk vast dat kiemvrije muizen (muizen die zo gekweekt zijn dat ze geen darmbacteriën hebben) altijd zinkers produceren, terwijl bijna de helft van de ​‘gewone’ muizen drijvers produceert. Injecteerden de onderzoek(st)ers darmbacteriën in de kiemvrije muizen? Dan begon ook hun ontlasting te drijven.

Drijvers of zinkers?

Meer analyses van de drijvende muizenuitwerpselen toonden dat de ontlasting meerdere gasproducerende bacteriën bevatte, waaronder Bacteroides ovatus en Bacteroides uniformis. Die bevorderen ook bij de mens de gasproductie en de winderigheid.

Of wij uiteindelijk een drijver of een zinker produceren zal afhangen van ons dieet, onze genetica, onze omgeving en zelfs van de manier waarop we geboren werden, want al deze factoren beïnvloeden de mix van bacteriën in onze darmen. En het zijn dus die bacteriën — en niet zoiets geks als de hoeveelheid lucht die we inslikken — die onze drollen doen drijven.