Hoe de ene epidemie de andere bestrijdt

Corona doet je er waarschijnlijk anders over denken maar niet alles aan een pandemie is slecht. Zelfs de meest verwoestende epidemieën uit ons verleden hadden hun positieve kantjes. Zo maakte de pest ons waarschijnlijk resistenter tegen hiv.
Epidemie2

Zolang er al mensen zijn, zijn er al dodelijke en besmettelijke ziektes. Denk maar aan cholera, de Spaanse griep, ebola of de pestepidemieën tijdens de Middeleeuwen. Die laatsten doodden rond het midden van de 14de eeuw zo’n 40% van de Europese bevolking. Toch had de ziekte ook een onverwacht voordeel: Britse wetenschappers menen dat de pest een deel van de Europeanen immuun maakte voor hiv, het virus dat aids veroorzaakt.

Beschermd door mutatie

Zo’n 10% van de Europeanen is vandaag resistent tegen een hiv-infectie — in Finland is dat zelfs 16%. Dat hebben ze te danken aan een mutatie in het gen dat het CCR5-eiwit maakt. Die mutatie voorkomt dat het hiv-virus witte bloedcellen binnendringt en het immuunsysteem beschadigt.

Restant uit de middeleeuwen

Genetici ontdekten dat deze mutatie — voluit CCR532 — zo’n 2500 jaar geleden ontstond. Lang dus voor hiv de kop opstak. Ze merkten ook dat de mutatie vaker voorkwam bij Europeanen dan bij andere bevolkingsgroepen. De oorzaak? De dodelijke epidemieën die onze contreien teisterden tijdens de middeleeuwen. Mensen die toen zo’n CCR532-mutatie hadden werden niet ziek en overleefden de plagen. Zij gaven de bescherming door aan hun nakomelingen.

Dankzij de pest

Maar welke epidemieën liggen nu precies aan de basis van de verhoogde immuniteit tegen hiv? Onderzoekers aan de universiteit van Liverpool beweren dat dit de pest is. Deze ziekte woedde in het verleden meerdere keren in Europa en was telkens erg dodelijk. De onderzoekers becijferden dat de pest tussen 1347 en 1350 zo’n 40% van de Europeanen doodde, terwijl maar 1 op de 20.000 de CCR532-mutatie had. Dat aantal mutaties nam toe naarmate er meer pestuitbraken volgden, met als hoogtepunt de Grote Pestepidemie van Londen in de jaren 1660.

Of toch de pokken?

Toch geloven niet alle wetenschappers dat de pest aan de basis van deze bescherming ligt. Ook de pokken kunnen met die eer’ gaan lopen. Het belangrijkste argument: als mensen een virus-blokkerende mutatie ontwikkelden, dan zou die ontstaan moeten zijn door een virus, zoals de pokken, en niet door een bacterie, zoals de pest. De onderzoekers aan de universiteit van Liverpool counteren dit door de oorzaak van de pestepidemieën te heroverwegen. Algemeen wordt aangenomen dat de oorzaak de builenpest was, die veroorzaakt werd door bacteriën afkomstig van ratten en hun vlooien. Maar volgens hen zijn de vele pestuitbraken gemakkelijker te verklaren als we aannemen dat de oorzaak een andere ziekte was, die rechtstreeks van mens op mens werd overgedragen door een virus.

Survival of the fittest

De pest als reden van het toenemende aantal CCR532-mutaties zou alvast verklaren waarom ze vooral in Europa voorkomen én waarom de meeste mutaties zich in Scandinavië bevinden. De pest hield daar immers veel langer aan dan in de rest van het continent, waardoor de beschermende mutatie er dus meer werd doorgegeven. Die natuurlijke selectie maakt dat de mutatie vandaag vaker voorkomt in deze regio en er opnieuw zijn nut kan bewijzen door een andere vijand — het hiv-virus — te blokkeren.