Hoe werkt een lucifer?

Een brandstof, zuurstof en warmte. Meer heb je niet nodig om vuur te maken. Maar hoe passen die drie ingrediënten in een kleine lucifer?
Lucifer2

Zwavelstokjes

Van oudsher wordt zwavel gebruikt om kleine houtjes te laten branden. Zo wisten de Romeinen al dat een stokje gedoopt in zwavel erg makkelijk vuur vat. Alleen brandden hun vuurstokjes pas wanneer ze aangestoken werden met een ander vuurtje …

Het grote geheime ingrediënt van lucifers is dan ook fosfor. In de begindagen van de lucifer was dat witte fosfor, een goedje dat heel erg makkelijk ontbrandt, waardoor de temperatuur voldoende oploopt om het houtje te laten branden. Witte fosfor is echter ook heel onstabiel, waardoor het spontaan vuur kan vatten in de lucht. Daarom gebruikt men tegenwoordig rode fosfor, het stabielere en veiligere broertje van witte fosfor. Het ontbrandt niet spontaan, maar wanneer je het sterk opwarmt (door de lucifer aan te strijken) wordt het omgezet in witte fosfor en vormt het dus een goede ontstekingsbron.


Dan rest er nog zuurstof. Die is gewoon in de lucht om ons heen aanwezig, maar helaas onvoldoende om een lucifer flink te laten branden. Daarom wordt een oxidator – een zuurstofverstrekker – toegevoegd aan het geheel: kaliumchloraat. Bij hoge temperaturen reageert kaliumchloraat tot kaliumchloride en heel veel zuurstof: perfect om het vuurtje aan te wakkeren.

De ene kop is de andere niet

Bij de eerste lucifers zaten de drie elementen allemaal verwerkt in de kop. Daarmee kon je dan vuur maken door de lucifer eender waar aan te strijken, bijvoorbeeld tegen de zool van je schoen of het lederen lapje achteraan je jeansbroek. Tegenwoordig zit er geen fosfor meer in de kop van lucifers, maar wel op de aanstrijkstrip op het doosje, waardoor lucifers alweer een pak veiliger zijn geworden.

Door de jaren heen werd de lucifer verder verfijnd en werden er nog meer dingen aan de kop toegevoegd. Glaspoeder zorgt voor extra wrijving, paraffine laat de vlam makkelijker overslaan op het houtje en beenderlijm houdt de ingrediënten samen. De houtjes zelf zijn geïmpregneerd met ammoniumfosfaat, om nagloeien te voorkomen.

Roest of ijzer?

En dan heb je nog die typische rode kleur van de luciferkopjes. Die is niet afkomstig van het zwavel of van de fosfor, maar van het pigment E172 of ijzer(III)oxide — een van de componenten van roest’. De kleur wordt toegevoegd zodat je in één oogopslag kan zien aan welke kant je moet strijken. Trouwens, als de lucifer opbrandt, reageert het ijzeroxide met de koolstofverbindingen in de lucifer tot … metallisch ijzer. En dat kan je perfect aantonen met een magneet: