Kunnen we de doden laten herrijzen?

Wetenschappelijke verrijzenis
De doden. We herdenken ze (op Allerzielen), vieren ze (op Día de Muertos) en vrezen ze (op Halloween). Maar kunnen we ze ook terug tot leven wekken? In het geval van uitgestorven dieren is het antwoord alvast … ja! Wetenschappers vonden een manier om uitgestorven diersoorten weer te laten rondlopen.
Shutterstock 1172527105

De voorbije eeuwen stierven tal van dieren uit — van de mammoet, over de dodo, tot — recenter nog — de westelijke zwarte neushoorn. In vele gevallen is de mens de grote schuldige. Maar wat als diezelfde mens deze uitgestorven diersoorten kon terugbrengen, met behulp van het DNA uit museumdieren of duizend jaar oude fossielen? Toegegeven, het klinkt als het script van een Jurassic Park-film, maar het is géén fictie. Wetenschappers zijn er al een tijdje mee bezig. De-extinction — ont-uitsterven — heet deze tak van de wetenschap, die de laatste paar jaar in een stroomversnelling raakte.

Mammoet 2.0

Wie binnen twintig jaar naar het hoge noorden trekt, zou daar wel eens op een kudde wolharige mammoeten kunnen botsen. Recent werd er van dit uitgestorven dier bevroren genetisch materiaal gevonden dat maar’ 4000 jaar oud is. Wetenschappers slaagden erin om dat te koppelen aan het DNA van een Aziatische olifant. Hoewel er verder onderzoek nodig is, geloven ze dat er binnen een paar jaar een harig olifantje geboren wordt dat zich net zo zal gedragen als zijn uitgestorven neef. Bijna een mammoet, dus.

Geboren uit DNA

Om dieren te laten herrijzen hebben we hun DNA nodig. Dan kunnen we ze — net als het wereldberoemde schaap Dolly — klonen. Slecht nieuws voor de dinosaurïers, want van hun DNA is na 66 miljoen jaar niets meer over, maar voor andere uitgestorven dieren, zoals de dodo en mammoet, is er dus nog wel hoop.

Voor de Pyrenese steenbok werd die hoop zelfs al heel tastbaar. Toen het laatste vrouwtje in 2000 stierf, mochten enkele wetenschappers haar — met behulp van afgenomen weefsel — in 2003 klonen. Er werd één nieuw Pyrenees steenbokje geboren. Jammer genoeg overleed dat al na 7 minuten aan een longaandoening.

Moeilijk proces

De Pyrenese steenbok bewijst het: klonen is niet zo gemakkelijk. Zelfs wanneer je met levend, intact DNA start, zijn er vaak tientallen pogingen nodig om één gezond dier op de wereld te zetten. Wil je een uitgestorven dier klonen? Dan wordt het nog moeilijker. Je werkt dan niet alleen met vaak incompleet DNA. Er zijn ook geen levende soortgenoten meer om eicellen te leveren en vervolgens draagmoeder te zijn. Je moet dan rekenen op andere, verwante soorten, zoals in het geval van de mammoet, waarbij een Aziatische olifant te hulp schiet.

Ont-uitsterven: een goed idee?

Lang niet alle wetenschappers zijn fan van ont-uitsterving. Ze hebben ethische bezwaren: is het oké om voor God te spelen? En praktische: waar moeten die opnieuw tot leven gewekte dieren wonen? Hun vroegere omgeving, vegetatie en klimaat bestaan vaak niet meer. En wat met de dieren die vandaag leven: kunnen zij samenleven met een mammoet of buidelwolf uit lang vervlogen tijden? En kan het geld dat nodig is om uitgestorven dieren terug tot leven te wekken niet beter gebruikt worden om nog bestaande, bedreigde soorten te beschermen?

Het is dus nog lang niet zeker of er straks écht dodo’s door het park lopen en oerossen in de wei grazen. Want het is niet omdat het kan, dat het ook moet