Twee- of drielaags? Of … een spons op een stok?

Wanneer je op een leeg wc-rolletje botst in het kleinste kamertje, realiseer je je pas echt hoe onmisbaar dat drielaags extra zacht toiletpapier wel is. En toch deden we het eeuwenlang zónder. Maar hoe dan?
Toilet paper

It’s a dirty job, but someone’s gotta do it. Archeologen en antropologen staken al flink wat tijd in het onderzoeken van onze toiletgewoontes in het pré-toiletpapier-tijdperk: hoe veegden mensen uit andere tijden hun billen schoon?

Voorloper van het toiletpapier

Net als papier werd ook toiletpapier uitgevonden in China. Onderzoekers vermoeden immers dat de vondst van henneppapier (een papiersoort die te grof was om op te schrijven) in de tombe van de tweede-eeuwse keizer Han Wudi erop wijst dat het gebruikt werd voor het toilet. In de geschriften van de zesde-eeuwse geleerde Yen Chih-Thui wordt dan weer gesproken over afgedankte manuscripten waarmee hij zijn billen afveegde. Terwijl er in 1393 massaal rijstpapier werd geproduceerd voor de toiletten van de Chinese keizerlijke familie.

Bamboestokken

Hoewel de Chinese upperclass vanaf de 2de eeuw na Christus papier gebruikte, moest de gewone man’ het anders aanpakken. Op een archeologische vindplaats langs de oude Zijderoute in het noordwesten van China groeven archeologen in 1992 enkele schoonmaakstokken’ op. De doeken rond die 2000 jaar oude bamboestokken bleken na microscopisch onderzoek een veelheid aan parasieten te bevatten die in de menselijke darmen leven. De bamboestokken werden dus duidelijk voor de persoonlijke hygiëne gebruikt.

Spons op een stokje

Ook wie in de openbare latrines van het oude Rome z’n behoefte deed, gebruikte daarna een stok: de tersorium — een chique woord voor een spons op een stokje’. In de toiletten zou een pot met azijn of zout water hebben gestaan, waar je de tersorium in kon dopen om hem daarna aan de volgende toiletbezoeker door te geven.

Omdat archeologen nog nooit een intacte tersorium hebben opgegraven, blijven ze zich wel afvragen of de Romeinen de stok echt gebruikten om hun billen af te vegen of eerder om de toiletten mee schoon te maken, of — waarom niet — voor beide?

Scherven brengen toiletgeluk

In datzelfde Romeinse Rijk vonden archeologen nog een andere vorm van toiletpapier’: kleine stukjes gebroken aardewerk, oftewel pessoi’. Het gebruik ervan wordt zelfs getoond op een oude wijnbeker die een gehurkte man afbeeldt die — zonder enige gêne — zijn billen afveegt met een stukje steen. Sommigen zouden op die scherven zelfs de naam van hun vijand hebben geschreven voor ze er met enig leedvermaak hun achterste mee afveegden. Het moet het enige leuke aan die pessoi zijn geweest, want de schurende eigenschap van de keramiek leidde ongetwijfeld tot irritatie, wondjes en zelfs aambeien.

Wc-papier als massaproduct

Het toiletpapier zoals wij het vandaag kennen, maakte in 1857 eindelijk z’n intrede. In dat jaar bracht de Amerikaanse uitvinder Joseph Gayetty zijn Medicated Paper for the Water Closet’ op de markt. Hij eindigde zo een tijdperk waarin we krantenpapier en zelfs maïskolven gebruikten om onze billen proper te maken. Al snel veroverde het wc-papier onze westerse wereld en hoefden wij ons enkel nog de vraag stellen of we het zouden proppen’ of plooien’ …