Geconstipeerde schorpioenen: Geen staart? Geen anus!

Een schorpioen die wordt aangevallen kan, net als een hagedis, zijn staart amputeren. Maar, anders dan bij die hagedis, groeit die staart niet meer aan. Om z’n hachje te redden gaat een schorpioen dus erg ver. Want geen staart? Da’s ook geen gifstekel én – lastiger nog – geen anus.
Schorpioen

Sommige spinnen doen het met hun poten en sommige hagedissen met hun staart: ze werpen vrijwillig een lichaamsdeel af om zo van een aanvaller te ontsnappen. Die amputatie gebeurt op vaste, biologisch bepaalde, zwakke plekken. Dat minimaliseert het trauma en zorgt dat er zo weinig mogelijk vitale vloeistoffen verloren gaan.

Ook de Ananteris-schorpioen uit Zuid-Amerika zou onder bedreiging zijn achterlijf loslaten, maar die levensreddende actie werd nog niet vaak gezien, waardoor er ook niet veel over bekend was. Tot een onderzoeksteam aan de universiteit van Argentinië daar verandering in bracht: ze vingen 35 Ananteris-schorpioenen om hen eens goed aan de, tja …, staart te voelen.

Kronkelende afgeworpen staart

Met een tang in de aanslag hielden de Argentijnse onderzoekers het achterlijf van de schorpioenen vast, om dit daarna zachtjes naar achter te trekken. Liefst 22 van de 25 mannetjes wierp zijn staart binnen de 30 seconden af, waardoor de schorpioenen konden ontsnappen. Slechts één op de vijf vrouwtjes deed hetzelfde. De biologen onderzochten ook twee jonge schorpioenen, maar ook die hielden hun staart netjes bij.

De afgeworpen staarten bleven nadien nog bijna 3 minuten krachtig kronkelen. Een slimme afleiding, die de schorpioen de kans gaf om weg te glippen. Nog straffer: in 47% van de gevallen probeerde de staart zelfs nog te steken naar de aanvaller – in dit geval het tangetje van de onderzoekers.

Geen staart, geen anus

Een schorpioen in nood kan dus z’n staart afwerpen om te ontsnappen. Maar hoewel de wond die daardoor ontstaat snel geneest, groeit het verloren lichaamsdeel nooit meer aan. Samen met zijn staart verliest de schorpioen dus ook zijn angel en zijn anus. Hij kan dus nooit meer gif toedienen, waardoor hij alleen nog maar kleine, makkelijke prooien kan vangen, en – nog lastiger – hij kan ook z’n ontlasting niet meer kwijt. Door het verlies van zijn anus vinden zijn uitwerpselen geen weg meer naar buiten, waardoor ze zich beginnen op te stapelen het schorpioenenlijf. 

Acht maanden

Geen gifstekel en geen anus meer? Het klinkt niet als een aangenaam bestaan. Toch kunnen de schorpioenen nog tot acht maanden in leven blijven na de amputatie. Ze planten zich ondertussen zelfs nog voort ook. Leven zónder staart en mét een serieuze constipatie heeft uit evolutionair oogpunt dan toch nog meer voordelen dan sterven met een volledig intact lijf.