Hoe knijp je een blikje samen zonder het aan te raken?

Met een bunsenbrander en ijswater!
Is je blikje leeg en wil je het plat drukken zonder het zelf aan te raken? Opwarmen en afkoelen is alles wat je moet doen.
Ijskoud blikje 2

Opgelet!

Voer dit experiment enkel uit onder begeleiding van een volwassene. Draag vuurvaste handschoenen en een veiligheidsbril.

Wat heb je nodig?

  • Bunsenbrander
  • Leeg drankblikje met een beetje water
  • Grijptang
  • Kom met ijswater 
  • Vuurvaste handschoenen
  • Veiligheidsbril
Ijskoud blikje

Aan de slag!

Stap 1: Doe vuurvaste handschoen aan en zet een veiligheidsbril op.

Stap 2: Hou het blikje met de grijptang boven de bunsenbrander. Breng het water in het blikje aan de kook. Wat gaat er gebeuren wanneer je dit pijlsnel afkoelt, denk je?

Stap 3: Wanneer het water kookt, zet je het blikje vliegensvlug met de opening naar beneden in het ijswater.

Stap 4: Laat het blikje voldoende afkoelen vooraleer je het aanraakt.


Wat gebeurt er?

Het blikje implodeert. Het deukt in elkaar.

Hoe zit dat?

De lucht rondom ons drukt naar alle kanten, dus ook op ons blikje. Daar merk je normaal niets van. Dat komt omdat in het blikje ook lucht zit die terugduwt. De druk van de lucht in het blikje is dezelfde als die buiten het blikje. Maar… door het blikje warm te maken en af te koelen, breng je daar verandering in.

Door het blikje op te warmen, zet de lucht in het blik uit en ontsnapt er dus wat lucht uit de opening. Wanneer je het blikje dan omgekeerd in ijswater zet, gaat de lucht die nog in het blik snel afkoelen. De luchtmoleculen gaan dan terug dichter bij elkaar zitten. De lucht krimpt’ als het ware, maar de opening zit onder water. Er kan dus geen lucht terug bij. Buiten de fles blijft de luchtdruk hetzelfde, terwijl de druk in het blikje plots veel lager wordt. We spreken ook wel van een onderdruk’ in het blikje. Omdat de luchtdruk aan de buitenkant van het blikje zoveel groter is dan de druk erin, wordt het blikje samengedrukt alsof het niets is. Het blikje implodeert.

Duikboot 4

Waar kom je dat nog tegen?

Zo’n implosie kan ook gebeuren bij een duikboot. Een duikboot kan maar tot een bepaalde diepte in zee gaan. Wanneer hij dieper gaat wordt de druk van het water te groot en kan die de duikboot doen imploderen.

Wiskunde – natuurwetenschappen – technologie – STEM:
Aso, kso, tso (doorstroom) 6.35: De leerlingen gebruiken het concept druk bij vaste stoffen, gassen en vloeistoffen kwalitatief en kwantitatief om fenomenen en toepassingen ervan te verklaren.
Aso, kso, tso (doorstroom) 6.37: De leerlingen verklaren het energietransport bij faseovergangen en bij temperatuursveranderingen van stoffen kwalitatief aan de hand van het deeltjesmodel.
Aso, kso, tso (doorstroom) 6.47: De leerlingen gebruiken met de nodige nauwkeurigheid meetinstrumenten en hulpmiddelen om te observeren, te meten, te experimenteren en te onderzoeken in wiskundige, natuurwetenschappelijke, technologische en STEM-contexten.
Aso, kso, tso (doorstroom) 6.48: De leerlingen werken op een veilige en duurzame manier met materialen, chemische stoffen en technische en biologische systemen.
Kso, tso (dubbele finaliteit) 6.25: De leerlingen gebruiken met de nodige nauwkeurigheid meetinstrumenten en hulpmiddelen om te observeren, te meten, te experimenteren en te onderzoeken in wiskundige, natuurwetenschappelijke, technologische en STEM-contexten.
Kso, tso (dubbele finaliteit) 6.26: De leerlingen werken op een veilige en duurzame manier met materialen, chemische stoffen en technische en biologische systemen.
Bso (arbeidsmarktfinaliteit) 6.12: De leerlingen gebruiken met de nodige nauwkeurigheid meetinstrumenten, hulpmiddelen, om te observeren, te meten, te experimenteren en te onderzoeken in wiskundige, natuurwetenschappelijke, technologische en STEM-contexten.
Bso (arbeidsmarkt-finaliteit) 6.13: De leerlingen werken op een veilige en duurzame manier met materialen, chemische stoffen en technische en biologische systemen.