Wat heb je nodig?
- Glas
- Vloeibare honing
- Muntsiroop
- Ongezoet appelsap
- Slagroom
- Lepel
Aan de slag!
Stap 1: Giet een laagje honing in het glas.
Stap 2: Hou er een lepel boven en giet muntsiroop op de bolle kant, zodat de vloeistof eerst tegen de wand van het glas stroomt. Mengen de laagjes?
Stap 3: Giet op dezelfde manier een laag appelsap in het glas.
Stap 4: Spuit tenslotte een toefje slagroom op de cocktail om het geheel af te werken.
Stap 5: Leg er voorzichtig een dun schijfje sinaasappel bovenop en versier verder naar eigen smaak.
Stap 6: Drink op met een rietje.
Wat gebeurt er?
De laagjes hebben elk een andere dichtheid. Ze‘drijven’ op elkaar. Ze lossen slechts traag op in elkaar, behalve als je ze helpt door te roeren.
Hoe zit dat?
Of een vloeistof drijft op een andere, hangt af van de ‘dichtheid’.
Elke (vloei)stof bestaat uit hele kleine deeltjes. Die kleine deeltjes noemen we moleculen.
- Hoe zwaarder de moleculen zijn en hoe dichter ze op elkaar zitten, hoe groter de dichtheid van de stof.
- Hoe lichter de moleculen zijn en hoe verder de moleculen van elkaar af zitten, hoe kleiner de dichtheid van de stof.
De dichtheid van een stof kan je berekenen door de massa (in kg) te delen door het volume (in m³ of liter).
Vloeistoffen met een kleinere dichtheid drijven op vloeistoffen met een grotere dichtheid. Muntsiroop heeft dus een lagere dichtheid dan honing. Appelsap heeft een lagere dichtheid dan muntsiroop. En slagroom tenslotte zit vol lucht en heeft de laagste dichtheid.
Waar kom je dat nog tegen?
Als water bevriest, dan zet het uit. De dichtheid wordt dan kleiner, kleiner dan die van koud water. Daardoor drijven ijsblokjes in water.
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht
- Terug naar overzicht