Wist je dat je temperatuur kan horen?

Ons lichaam zit vol verrassingen en kan je blijven verbazen. Zo ook onze oren. We kunnen namelijk het verschil tussen warm en koud water hóren!
Als je warm en koud water uitschenkt, maakt dat een ander geluid. Hoor jij het verschil?
Geluid

Wat heb je nodig?

  • Waterkoker
  • (Maat)beker
  • Kraanwater
  • Twee identieke koppen
  • Proefpersoon
  • Blinddoek (eventueel)

Pas goed op met het kokend water. Vraag eventueel hulp aan een volwassene.

Horen

Aan de slag!

Stap 1: Zorg dat je proefpersoon het experiment niet ziet. Gebruik een blinddoek of vraag de persoon zich om te draaien tijdens het experiment.

Stap 2: Zet een waterkoker op met ongeveer één kop water in.

Stap 3: Vul de (maat)beker met koud water. Water van de kraan is prima, het moet niet ijskoud zijn.

Stap 4: Zet twee lege koppen op tafel, naast je proefpersoon.

Stap 5: Vertel je proefpersoon dat je twee keer water gaat inschenken. Eén keer warm water en één keer koud water, maar vertel niet in welke volgorde je dit gaat doen. Welk verschil denk jij te zullen horen tussen de twee?

Stap 6: Schenk nu beide koppen vol. Eentje met koud en eentje met warm water. Probeer beide keren op dezelfde, rustige manier te schenken. Denk daarbij aan snelheid en hoogte van gieten.

Stap 7: Vraag nu aan je proefpersoon welke van de keren warm was, en welke koud. Klopt het?!

Wat gebeurt er?

Ongeveer 90% van de mensen zal het juiste antwoord geven.

Hoe zit dat?

Er is wel degelijk een verschil in geluid te horen. Dat komt omdat warm en koud water een andere stroperigheid of viscositeit hebben.

Denk bijvoorbeeld aan honing. Koude honing is heel stroperig en vloeit heel langzaam. Als je het warm maakt, wordt het minder stroperig. Dan vloeit het sneller.

Water is minder stroperig dan honing, maar ook bij water gebeurt hetzelfde. Als je het opwarmt, wordt het nog minder stroperig dan het al was. Je ziet het verschil niet, maar je kan het wel horen als je het uitgiet.

We kunnen dat verschil horen, omdat we onbewust heel ons leven getraind’ zijn in dat verschil. Je hoort namelijk heel vaak iemand een kopje thee of koffie, of een glas gewoon water inschenken.

Pindakaas 2

Waar kom je dat nog tegen?

Bij sommige vloeistoffen verandert de stroperigheid als je er druk op uitoefent. Denk maar aan pindakaas. Als je de pot open doet, is de pindakaas meestal heel stroperig en moeilijk om te smeren. Als je er even in roert, zal de pindakaas minder stroperig worden.

Zo’n vloeistoffen noemen we niet-Newtoniaanse vloeistoffen. Wil je daar meer over ontdekken? Doe dan dit leuke proefje eens.